DEN HAAG – Het is dinsdagochtend vroeg en hij heeft een zeer korte nacht achter de rug.
Een paar uur eerder is hij vrijgelaten door de politie.
Jurat Barat, een 37-jarige Amsterdammer en Oeigoer van geboorte, vindt het lastig om de juiste woorden te vinden voor zijn verbazing over de massale arrestaties, maandag, bij de Oeigoerse demonstratie voor de Chinese ambassade in Den Haag. Urenlang werd hij met medestanders vastgehouden in een bus. “Ik moet respect hebben voor de politie, maar ik demonstreerde alleen maar.”
Op de achtergrond buldert bij hem thuis alweer het tv-journaal met de laatste berichten uit Noord-West China. “Oh nee!”, klinkt het ineens verschrikt door de hoorn: “Er staan allemaal vrouwen en kinderen op straat in Xinjiang en ze huilen.”
Vol afschuw bekijkt Barat de beelden uit zijn Chinese geboorteprovincie, ook wel bekend als Oost-Turkistan. “Waar zijn alle mannen?”, vraagt hij zich paniekerig af. “Ik zie er geen één meer.” Hij vreest het ergste. Zijn de mannen afgevoerd door de Chinese overheid? Zijn stem klinkt plots hoog en iel. “Ik heb drie zusjes daar en een moeder.”
Hoe het hen vergaat, weet Barat niet. Vrij telefoneren is door de Chinese staat onmogelijk gemaakt. Maar dat de situatie ernstig is in de Chinese provincie is helder, vertelt hij. “Maar hóe erg weten we niet. Wij weten niet meer dan wat we op het nieuws zien of op radio Asia horen.”
In Nederland wonen naar schatting een kleine driehonderd Oeigoeren. In hun geboorteland China zijn de Oeigoeren, een islamitische minderheid in Noord-West China, in veel opzichten niet te benijden, legt China-kenner Susanne Kamerling van Instituut Clingendael uit. “Ze worden sociaaleconomisch achtergesteld, mogen maar beperkt hun religie uitoefenen en mogen niet les geven in hun eigen taal.”
De Chinese overheid sluit soms ook hun moskeeën, zegt Kamerling, of bemoeilijkt de pelgrimstocht van Oeigoeren door hen een uitreisvisum te weigeren.
Barat trommelde als bestuurder van de stichting Uyghur, die opkomt voor de rechten van de Oeigoeren, zoveel mogelijk Nederlandse Oeigoeren op voor de demonstratie bij de Chinese ambassade, afgelopen maandag. Het zit hem daarom goed dwars dat vrijwel alle demonstranten door de politie zijn opgepakt en nu een boete krijgen.
Zelf heeft hij absoluut geen stenen naar de ambassade gegooid, zegt hij. Maar hij kan zich de woede en frustratie van de jongeren die dat wel deden, wel indenken. “Zij zijn gewoon boos en ongerust. Ze weten niet hoe het met hun familieleden is. Die lopen gevaar of zijn misschien wel dood, daarom verloren ze hun zelfbeheersing.”
Leave a Reply