De internationale kritiek op de mensenrechtensituatie in de Chinese provincie in Xinjiang zwelt verder aan. Human Rights Watch stelt in een rapport dat 13 miljoen moslims te maken hebben met willekeurige opsluiting, mishandeling en indoctrinatie.
De mensenrechtenafdeling van de VN roept China vandaag op om toezichthouders in het gebied toe te laten. Begin augustus stelde de VN dat er “talloze geloofwaardige rapporten zijn” dat er naar schatting een miljoen mensen in politieke heropvoedingskampen in Xinjiang zitten.
‘Zelfs op de wc’
Human Rights Watch interviewde vijf voormalige kampbewoners en 38 familieleden van mensen die vastzitten. “Niemand mag zomaar bewegen en je wordt bekeken met camera’s”, zegt een oud-gevangene. “Via een speaker krijg je het te horen als je je toch verroert. Zelfs op de wc werden we bekeken.”
China ontkent dat er heropvoedingskampen zijn. Het zijn juist centra voor educatie en opleiding, is de lezing van de Chinese overheid. Beijing is al jaren bezig met een omvangrijke anti-extremismecampagne in Xinjiang. Als reactie op een reeks aanslagen door een separatistische beweging van Oeigoeren, een moslimminderheid die verwant is aan de Turken.
Volgens Human Rights Watch zijn niet alleen de Oeigoeren het slachtoffer van deze anti-terreurcampagne. Ook andere Turkse moslimminderheden in de provincie krijgen te maken met arbitraire opsluiting, staat in het rapport.
‘De grootheid van de Communistische Partij’
The New York Times publiceerde afgelopen weekend een uitgebreide reportage over de kampen in Xinjiang. “Het is geen plek om extremisme af te leren. Maar een plek om de Oeigoerse identiteit uit te wissen en een plek waar wraakzuchtige gevoelens groeien”, zei Abdusalam Muhemet tegen de krant.
Hij was naar eigen zeggen opgepakt omdat hij een deel van de Koran citeerde tijdens een begrafenis. Volgens Muhemet had de Chinese overheid slechts een hoofddoel: “Het benadrukken van de grootheid van de Communistische Partij én de achterlijkheid van de Oeigoerse cultuur.”
Leave a Reply